|
Huismus |
Passer domesticus |
Beschrijving
De huismus heeft zijn naam niet gestolen, hij nestelt immers enkel in en rond huizen. Zijn zang is niet zeer uitgebreid en beperkt zich doorgaans tot getjilp. De mus is een echte standvogel, zijn leefwereld is meestal niet groter dan je tuin en die van de buren. Het is ook een typische cultuurvolger: hij zit etende mensen ongegeneerd achterna en op marktplaatsen houdt hij gratis schoonmaak. Mannetjes en vrouwtjes zijn duidelijk van elkaar te onderscheiden, de eerste zijn zwarter en bruiner getekend.
|
Biodiversiteit
Van huis uit is de mus een zaadeter, maar hij eet een gevarieerd mengsel van dierlijk en plantaardig voedsel, inclusief groeischeuten en bloemen. In het broedseizoen zijn eiwitrijke insecten erg belangrijk, in de winter kan de mus vaak overleven dankzij het bijvoederen door mensen. Hiervoor zijn zaden zoals maïs en graan geschikt, maar ook pindanoten en vetbollen versmaden ze niet en natuurlijk pikken ze graag een broodkruimeltje mee. Onkruidzaden zijn een lekkernij voor de huismus, goeie reden om een ruig hoekje niet vóór de winter ‘proper’ te maken.
|
Bedreiging
Als cultuurvolger is de huismus gebonden aan de levenswijze van mensen. De soort heeft zich nog niet goed kunnen aanpassen aan de veranderingen op het platteland en in onze steden. Kort gezegd komt het er op neer dat het allemaal een beetje te netjes wordt, onkruidzaden, insecten en graanresten zijn minder voorradig dan pakweg 30 jaar geleden. Hierdoor zijn de aantallen huismussen afgenomen maar het blijft gelukkig nog een talrijke vogelsoort in de kleinere dorpen.
De huismus nestelt graag in kieren en spleten, maar door de betere afwerking van de daken is er minder woongelegenheid. Meer tuinen worden betegeld, dus er zijn minder planten en insecten. De grotere bebouwingsdruk waardoor er minder ruwe en onbebouwde terreinen overblijven waar voedsel te vinden is speelt ook mee en ook niet te vergeten: de populariteit van de kat als huisdier en belager van voedselzoekende mussen.
|
Wist je dat?
In ieder legsel komt een lichter ei voor, de ondergrond ervan is minder donker en de bevlekking meer uitgesproken, in de volksmond noemt men dat een zondagsei. De snavel van het mannetje kleurt in de herfst van zwart naar geel en in het voorjaar weer naar zwart.
|
Meer weten?
Meer informatie over het project ‘Vogels voeren en beloeren’ van Natuurpunt vind je hier. Op deze website vind je ook meer info over tuinvogels.
|
Tip
Bij manier van spreken komt de mus jouw tuin en huis niet uit. Zorg dus voor nestgelegenheid op of nabij het huis, beschutting in de vorm van dichte struiken of klimplanten, extra voedsel (kippenvoer, granen) en vergeet ook een badje niet.
© foto: Ivan Steenkiste
|